Nieuws

klik op de foto voor een vergroting

Koeknuffelen met The Moo Man

This films contains scenes of animal birth and very mild language. Deze waarschuwing wordt zeker waargemaakt in The Moo Man. Met idyllische groene vlakten en kalfjes die hun eerste moo laten horen is het een lichtzinnige start van de zondagochtend. De vertoning sloot af met een Q&A met de boer.

Weinig doet het zo goed op het witte doek als een kudde koeien. In een film die op het eerste gezicht vooral een portret is van een boer en zijn beesten, zorgen de zwart-witte nieuwsgierige en soms wat lompe en onhandige beesten voor komische taferelen. Een tafereeltje aan de Britse kust, waar boer Stephen promotiefoto’s probeert te schieten met zijn favoriete koe Ida, doet aan als  een kinderfilm. De kansloze poging van de man die zijn koppige koe in beweging wil brengen is leuk, net zoals de minuten erna, wanneer drie volwassen mannen datzelfde proberen - en falen. Zelfs een emotioneel moment met een kreupele koe verliest al snel zijn lading, als een andere koe ernaast net uitgebreid zijn behoefte begint te doen. 

Als je Stephen in zijn eigen keuken doppen op melkflessen ziet draaien en stukken vlees ziet verpakken (op zijn bureau tussen de stapels enveloppen) weet je dat op deze boerderij geen standaard bedrijfsvoering geldt. Stephen verkoopt raw milk: ongepasteuriseerde melk. De verkoop doet hij aan huis, maar ook als een echte melkboer. Hij verruilt de lege voor volle melkflessen bij de voordeur van zijn klanten. Wat Stephen vooral onderscheidt zijn de gesprekken die hij voert met zijn kudde. Iedere huisdiereigenaar zal zich herkennen in deze eenzijdige gesprekken als je Stephen meermaals ‘What are you thinking girl’? hoort vragen. 

Als kijker kun je bijna niet anders dan verlangen naar dit simpele leven. Lekker boeren op je eigen manier, een uniek product leveren en ondertussen een band met je dieren opbouwen. Gaandeweg blijkt toch ook Stephen niet te ontkomen aan de zorgen van de economie om hem heen. We zien vier keer een kalf ter wereld komen waarna Stephen altijd als eerste een blik tussen de poten werpt. ‘Bull calf’, horen we vier keer op rij. Stierkalfjes zijn het bijproduct van de melkveehouderij, zoals leghaantjes dit voor de eierindustrie zijn. Bovendien blijkt Stephen ook maar net rond te komen, door zelf de verkoop van zijn producten te doen. Overal om zich heen ziet hij bedrijven sluiten, omdat het niet meer loont om in de sector te werken: ‘What’s the point?’.
Wanneer Ida, de favoriete koe van Stephen, overlijdt doordat ze een stuk ijzerdraad heeft binnengekregen, is het over met het lichte karakter van de film. Een emotioneel moment, wat meteen de keerzijde van het boeren met knuffelkoeien duidelijk maakt; zelfs als kijker heb je binnen een uur een band kunnen opbouwen met koe Ida. 

Na de film, tijdens de Q&A, doet Stephen zijn verhaal over raw milk. De opnames van The Moo Man zijn ondertussen vier jaar oud en sindsdien gaat het voorspoedig met het bedrijf. De verkoop loopt goed en er zijn ondertussen vijftien mensen in dienst van de knuffelboer. En meer positieve geluiden: in heel Europa verschijnen vending machines voor melk direct van de boer, al kwam Stephen hierdoor wel in de problemen. Ongepasteuriseerde melk is niet toegestaan in Nederland en als het aan Stephen ligt, komt daar snel een einde aan: ‘Raw milk being dangerous is a myth’.
 
Ondertussen wordt er hard gewerkt om een Nederlands initiatief voor raw milk van de grond te krijgen. Om dit te realiseren binnen de Nederlandse wet- en regelgeving is het project nog op zoek naar juristen met creatieve tips om hier ook ‘melk met een identiteit’ op de markt te kunnen krijgen.  


Tekst: Janneke Aelen
Foto’s: Maartje Strijbis


Ga terug naar nieuws overzicht


Deel dit nieuws!




blog comments powered by Disqus